Air Products

Werk A(TEX)-team oogst waardering

Bij Air Products, o.a. leverancier van industriële en medische gassen, werken wereldwijd meer dan 20.000 mensen. In Nederland beschikt dit van oorsprong Amerikaanse bedrijf dat in 40 landen actief is over productielocaties in Botlek, Pernis en Europoort. Zoals bij ieder zichzelf respecterend bedrijf in de (petro-)chemie staat ook bij Air Products veiligheid hoog in het vaandel. “Net als op ethisch gebied nemen wij samen met een aantal andere soortgelijke bedrijven op veiligheidsgebied een koppositie in. Om die toonaangevende positie te behouden, werken wij continu aan de integratie van het veiligheidsbeleid in al onze activiteiten,” aldus Thijs Broer, manager Safety, Health en Environment voor Air Products Nederland B.V.

Binnen Air Products heeft Broer verschillende petten op. Zo ondersteunt hij voor de Global Operations-vestigingen in de Benelux het management op EH&S-gebied en geldt hij voor alle Europese vestigingen als expert op het gebied van het werken in besloten ruimten.
“Wereldwijd maakt veiligheid een integraal onderdeel uit van de veelheid aan taken van elke lijn- en plantmanager. Ter ondersteuning staat hem daarbij een EH&S-manager ter zijde. Persoonlijk vind ik dit de juiste inbedding in de organisatie. Het onderstreept nog eens dat veiligheid voorop hoort te staan in al onze dagelijkse activiteiten, meer nog dan productie, omzet of winstcijfers, ook al zijn deze natuurlijk ook belangrijk,” aldus Broer.
In haar veiligheidsbeleid stelt Air Products met zoveel woorden dat ongelukken en persoonlijk letsel voorkomen kunnen worden. Met andere woorden: veiligheid is beheersbaar. In een adem voegt het bedrijf daaraan toe dat veiligheid ook een persoonlijke verantwoordelijkheid is. Broer: “Bij elke taak moet de veiligheid goed in de gaten worden gehouden. Dat geldt voor ons zelf, voor onze collega’s, de contractors, de klant en de omgeving waarin we werken. Goede veiligheid is een kwestie van dingen op de juiste manier doen. Wie deze weg inslaat, zal ervaren dat niet alleen het aantal ongevallen met persoonlijk letsel afneemt, maar dat dit ook bijdraagt aan de optimalisering van de bedrijfsactiviteiten.”

Impuls

De verantwoordelijkheid die wij daarmee op onze schouders nemen, raakt natuurlijk ook al onze technische installaties. Ooit was dit aspect een belangrijk vertrekpunt voor het veiligheidsbeleid zoals wij dat nu kennen. Ernstige ongevallen zoals in Soveso in 1976 en bij Union Carbide in Bhopal in 1984 gaven aanleiding voor een wereldwijde aanscherping van wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid. In ons land waren deze zwarte bladzijden in de geschiedenis in 1999 aanleiding voor de invoering van het Besluit Risico Zware Ongevallen.
“Onder andere deze regelgeving dwingt bedrijven met risicovolle activiteiten wat veiligheid betreft, verder te kijken dan alleen naar de techniek. Daar gaat in zekere zin een stimulans vanuit. Niet alleen moeten de installaties in technisch opzicht voor elkaar zijn, ook zaken als organisatie, documentatie en het voortdurend streven naar verbetering moeten worden geborgd. Net als vele andere bedrijven heeft ook Air Products de ontwikkeling doorgemaakt van techniek via documentatie en borging (denk aan de ISO-normen) naar de discussie over veiligheid en de inspanningen die nodig zijn om te werken aan verbetering van de veiligheidscultuur binnen het bedrijf. Ofwel de factor ‘menselijk gedrag’ als belangrijk element in het totaal van veiligheidsmanagement,” memoreert Broer.
Veiligheid is echter een never ending story. Zo stelde de ATEX-richtlijn die per 1 maart 2003 in Nederland van kracht werd Air Products voor een nieuwe uitdaging. Broer: “Deze regelgeving heeft de wijze geformaliseerd waarop we met explosieveiligheid omgaan. Er diende voor elke locatie een Explosie Veiligheids Document (EVD) te worden opgesteld waarin exact staat aangegeven wat de mogelijke gevaren en risico’s zijn met betrekking tot explosieveiligheid en hoe daar in technische en organisatorische zin mee om te gaan. Dit was voor ons, na de markt te hebben verkend, aanleiding om een beroep te doen op de deskundigheid van DEKRA. Ook commercieel gezien had DEKRA een aantrekkelijk voorstel aan ons gedaan. Daarbij komt dat dit bedrijf eerder voor onze medewerkers op een aansprekende wijze enkele opleidingstrajecten had verzorgd. Bij de definitieve keuze hadden wij wel een harde voorwaarde. We wilden mee kunnen denken en meepraten om er iets van te leren en er zelf in de toekomst verder mee te kunnen.”

Constructief

De aftrap voor dit deel van het ATEX-project werd eind 2008 gegeven. Bij de start lag het accent vooral op het inventariseren van data.
“Alle tekeningen en details van de technische installaties en equipment bij Air Products waren binnen het bedrijf in enigerlei vorm wel bekend en aanwezig. Echter, die relevante informatie diende nu ook formeel in het EVD te worden vastgelegd. Hierbij was eveneens een fysieke beoordeling van het desbetreffende equipment vereist en moesten de organisatorische aspecten weer eens kritisch bekeken worden. De opstelling en werkwijze van DEKRA-medewerkers André Doomen en Hans Weiss stonden borg voor een prettige en constructieve samenwerking met de betrokken engineers van Air Products en medewerkers met plant-specifieke kennis. Die gelegenheidscombinatie werd gekscherend wel het A-team genoemd. Na elke sessie lagen er heldere opdrachten op tafel, zodat de vaart er goed in bleef. Ook van hun kennis en inzicht hebben wij veel kunnen leren. De inspecties brachten een aantal zaken aan het licht die weliswaar niet heel ernstig waren, maar die toch minder goed waren dan gedacht. Een van de hoofdbrekens was bijvoorbeeld het boven water krijgen van de certificaten bij vooral het wat oudere equipment. Alle bevindingen zijn opgenomen in een actielijst en worden bij de geplande turnarounds verholpen,” legt Broer uit.
Over het eindresultaat laat de Arbeidsinspectie zich tevreden uit. De EVD’s zijn overzichtelijk, ondanks het feit dat deze verschillende verwijzingen met elektronische links en andere data bevatten. Maar dat is nu eenmaal eigen aan het werken met global standards en het onderbrengen van informatie in verschillende databases.

Veiligheidscultuur

“Technisch en procedureel gezien hebben wij de zaken goed op de rails staan. Ook wat de mensen betreft kunnen we stellen dat in het algemeen de ‘juiste man op de juiste plek’ werkzaam is. Dat betekent niet dat we nu voldaan achterover kunnen leunen. Veiligheid vraagt permanente aandacht en organisaties zijn continu in beweging. Wij werken bij Air Products voortdurend aan ‘Behavioural Safety’ en ‘Operational Discipline’. Dit zijn belangrijke aspecten van onze veiligheidscultuur, die het cement vormen tussen de verschillende bouwstenen. Het belang van dit fenomeen wordt niet alleen door ons steeds meer ervaren. Ik denk dat toename van dit bewustzijn daadwerkelijk kan bijdragen aan een nog betere performance”, merkt Broer tot besluit nog op.